Het klimaat verandert. We krijgen in Nederland waarschijnlijk nattere winters en drogere zomers, een stijgende zeespiegel en meer, langere en intensievere hittegolven. Het bekendste effect van de klimaatverandering is de stijging van de gemiddelde temperatuur. De gevolgen daarvan kan je al zien in de natuur: het moment verschuift waarop jaarlijks terugkerende verschijnselen in de natuur plaatsvinden.

De afgelopen tien jaar duurde het groeiseizoen gemiddeld een maand langer dan in de vorige eeuw. Het voorjaar begon gemiddeld 17 dagen eerder, terwijl de winter juist 9 dagen later begon. Veel plantensoorten bloeien eerder in het jaar dan voorheen. Sommige vogels beginnen eerder met eieren leggen.

Verschijnen van vlinders
Doordat de lentes warmer worden, fladderen vlinders eerder rond. De vliegperiode van dagvlinders die al vroeg in het jaar vliegen is in de afgelopen 25 jaar met ongeveer negen dagen vervroegd. De temperatuur in het voorjaar bepaalt sterk de vliegtijd van vroege dagvlinders.

Overwinterende vlinders werden dit jaar al in februari wakker uit hun winterslaap door het warme weer. Gelukkig kunnen ze weer terug in winterrust bij lage temperaturen.

Ei-legmoment van vogels
Rupsen komen eerder uit hun ei, insecten vliegen vroeger rond, gras is eerder mals. Vogels moeten hun broedmoment zo plannen dat hun jongen uit het ei komen wanneer het meeste en beste voedsel is te vinden. Kuikens hebben rupsen, insecten en gras nodig om te kunnen overleven en goed te groeien. Een vogel die eerder is gaan broeden vanwege het vervroegde voedselaanbod, is de koolmees. Koolmezen blijken de laatste decennia hun eieren elke tien jaar twee dagen eerder leggen. Voor trekvogels is het lastiger. Zij letten op de lengte van een dag om het trekmoment te bepalen. Die daglengte verandert niet mee met de opwarming van de aarde. Als het voorjaar vroeg begint, kan het gebeuren dat trekvogels te laat zijn met het leggen van eieren. Dan overleven minder jongen.

Bloei van planten
Door de gemiddelde temperatuurstijging bloeien planten eerder. Begin dit jaar lag de ontwikkeling van de natuur maar liefst een maand voor op schema. Dit kwam doordat december en januari warmer waren dan gewoonlijk. Tekenen van de voorlente zijn onder meer bloeiende hazelaars, sneeuwklokjes, speenkruid en elzen. Zo bloeide de hazelaar al op heel veel plekken in december. De ‘bloeipiek’ lag op 31 december terwijl dat 50 jaar geleden gemiddeld op 15 februari was. De voorsprong was in maart iets kleiner geworden door een koude periode eind januari. Maar nog steeds ligt de natuur voor op schema: planten ontwikkelen zich 3 weken eerder dan 50 jaar geleden en een week eerder dan het gemiddelde van de afgelopen jaren. Benieuwd naar beelden van de snelheid waarmee planten zich ontwikkelden door de jaren heen? Kijk op GrowApp.today.

Bronnen: Wageningen University & Research, Nature Today, Klimaat voor Ruimte / Natuurkalender, Compendium voor de Leefomgeving