bron: ZonMw
De wetenschap is gelukkig geen ivoren toren meer. Met name in zorgonderzoek is het al decennia gebruikelijk dat wetenschappers nauw samenwerken met zorgprofessionals. Want hoe mooi nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen ook zijn, uiteindelijk moeten ze ook gebruikt kunnen worden door artsen, verpleegkundigen en beroepskrachten in zorginstellingen, gemeenten en onderwijs.

Snelle toepassing
Als patiënten, beroepsbeoefenaars en kennisinstellingen de onderzoeksagenda in alle fasen van het onderzoek hebben medevormgegeven, is de kans groter dat nieuwe kennis zijn weg vindt naar de praktijk. Bij ZonMw maken we daar werk van. Al jaren beoordelen panels van de Patiëntenfederatie binnen verschillende programma’s subsidieaanvragen op relevantie. In het programma Memorabel dachten ervaringsdeskundigen van Alzheimer Nederland mee over onderzoeksthema’s en prioriteiten. In de toekomst gaan we nog veel meer inzetten op samenwerking met nieuwe doelgroepen. Naast cliënten en patiënten zullen ook kennisgebruikers zoals artsen, verpleegkundigen en zorgverzekeraars een grotere rol in onze programmering krijgen.
Wat dat oplevert? Ik noem zomaar wat voorbeelden. Kinderen met diabetes die gevraagd werden naar hun ervaringen, gaven onderzoekers bruikbare inzichten in de beste manier om hen een gezonde leefstijl aan te leren. In samenwerking met rolstoeltennissers ontwikkelden onderzoekers een effectievere rolstoelaandrijving die al wordt aangeduid als de ‘klapschaats’ van het rolstoeltennis. En een succesvol ondersteuningsprogramma voor jonge dementiepatiënten wordt momenteel, met hulp van de uiteindelijke doelgroep, aangepast aan oudere dementiepatiënten. Zo zijn er inmiddels talloos veel voorbeelden van door ZonMw gefinancierd onderzoek, waarin wetenschappers nauw samenwerken met mensen uit de praktijk.
Net zo wetenschappelijk
Voor klassiek denkende wetenschappers is deze benadering soms wennen. Want: moet een onderzoeksvraag niet voortkomen uit wetenschappelijke noodzaak? En hoe algemeen geldend zijn de uitkomsten? Uiteindelijk is praktijkgericht onderzoek niet anders dan ander wetenschappelijk onderzoek. In alle fasen van praktijkonderzoek zijn de geldende wetenschappelijke criteria van toepassing. Tegelijkertijd moet praktijkgericht onderzoek zoveel mogelijk overdraagbaar zijn. De resultaten moeten gebruikt kunnen worden in een andere context, zij het met de nodige aanpassingen.
Als kennisprogrammeur heeft ZonMw een schat aan kennis en ervaring opgebouwd waarmee we kennisinstellingen, lokale en regionale zorgaanbieders en anderen in het sociale domein met wetenschap van dienst kunnen zijn. Denk bijvoorbeeld aan de tientallen academische werkplaatsen in Nederland. Dat zijn bewezen effectieve instrumenten om nieuwe kennis in de praktijk toe te passen.
De ivoren toren brokkelt steeds verder af. Samen met de beroepsbeoefenaars en patiëntenorganisaties staan praktijkgerichte onderzoekers met beide benen op de grond. Makkelijk is het niet – het vraagt een voortdurende onderlinge afstemming en ook om het bewaken van grenzen van wat wel en niet tot het wetenschappelijk domein behoort. Maar voor mij is het duidelijk: we kunnen niet meer zonder elkaar.
Recente reacties